Door Denis Düttmann, Andrea Sosa Cabrios, Laura Almanza

Cali/Amalfi (Colombia) - Bij twee aanslagen zijn in Colombia minstens 18 mensen om het leven gekomen en tientallen anderen gewond geraakt.

In het noorden van het Zuid-Amerikaanse land schoten vermoedelijke criminelen een politiehelikopter neer. Daarbij kwamen twaalf agenten om het leven, zo meldde Andrés Julián, gouverneur van het departement Antioquia. Drie agenten wachtten in het platteland nog steeds op redding, schreef hij op platform X.

Kort daarna ontploften twee explosieven bij een luchtmachtbasis in de grote stad Cali in het zuidwesten van Colombia. Daarbij kwamen zes mensen om het leven en raakten meer dan 50 anderen gewond, zo maakte de gemeente bekend.

Tijdens een anti-drugsoperatie zetten twee helikopters in het departement Antioquia eerst agenten af die coca-velden in de landelijke regio moesten vernietigen.

Volgens een rapport van de krant "El Tiempo" werden de agenten daarbij echter aangevallen, waarna de helikopters terugkeerden. Daarbij werd een helikopter door een drone aangevallen en neergestort. Achter de aanval zou een splintergroep van de linkse guerrillabeweging Farc zitten.

Na het bombardement in Cali kondigde burgemeester Alejandro Eder (49) aan dat het leger de controle over de stad zou overnemen. Bovendien zou de politie de toegangswegen tot de stad versterkt controleren. "In dit uur, waarin terrorisme door drugs onze natie is binnengedrongen, moeten we samen staan", zei hij in een videotoespraak.

President Gustavo Petro (65) reisde naar Cali om deel te nemen aan een vergadering van de veiligheidsraad, bestaande uit leden van de regering, de veiligheidstroepen en de lokale autoriteiten. Hij wees ook een Farc-splintergroep aan als verantwoordelijk voor de aanslag op de luchtmachtbasis.

Colombia is 's werelds grootste producent van cocaïne . Volgens de Verenigde Naties heeft het land met meer dan 250.000 hectare ongeveer 65 procent van de wereldwijde teeltgebieden voor coca in bezit. De extreem lucratieve handel in deze drug voedt het geweld in dit Zuid-Amerikaanse land, dat al een bloedige geschiedenis heeft.

Linkse rebellen, rechtse paramilitairen en het leger voerden 52 jaar lang een burgeroorlog. 220.000 mensen kwamen om het leven, miljoenen werden verdreven. Hoewel de veiligheidssituatie na het in 2016 tussen de regering en de toenmalige grootste rebellenbeweging Farc gesloten vredesakkoord is verbeterd, worden delen van het land nog steeds gecontroleerd door illegale groepen.