Door Bernd Röder

Hamburg - Net als mensen zoeken zoogdieren bescherming tegen hitte en zon. In de dierentuin Hagenbeck bedenken de verzorgers zich daarom iets heel bijzonders.

Voor de twee Kamtsjatka-bruine beren in de dierentuin Hagenbeck is het een lekkernij: ratten, mosselen, makrelen, koolfilet, vermengd in een emmer en met water bevroren tot een grote klomp.

Voor het eerst hebben dierverzorgers de zogenaamde ijsbom aan het einde van een touw bevestigd dat aan een sterke tak hangt. Leonid, de machtige beer, moet zich oprichten om een stukje van het bevroren hapje af te bijten.

Voor de bezoekers die op een wolkenloze hemel en tot 32 graden naar de dierentuin trekken, is dit een indrukwekkend gezicht. Voor de beer is het een kleine taak, bezigheid en tegelijkertijd afkoeling, zegt verblijfsleider Mark Hollensen.

Ook de Bentheimer landswijnen krijgen een ijsbom om te vechten, waar moederschwein en biggetjes om vechten. Ze hebben een witte huid en krijgen gemakkelijk zonnebrand. De modder waarin ze zich wentelen, dient ook als natuurlijke zonnebescherming.

De meeste dieren hebben geen problemen met de hitte, vertelt dierenarts Adriane Prahl. Zij zoeken van nature een schaduwrijk plekje op. Om te voorkomen dat de dierentuin te warm wordt, worden gras-sproeiers geplaatst en worden de vijvers gevuld met vers water.

Voor de keizerpinguïns, die normaal in Antarctica leven, is er een speciale grote koelkast: de temperatuur in hun hal wordt constant op zeven graden gehouden.