Wandelen extreem: 68 kilometer door het Leipzigse platteland – en we moesten stoppen.
Leipzig - zaterdag 6 september, stralende zon, alles eigenlijk klaar voor een tocht van 68 kilometer door het Leipziger platteland. Dat dachten een vriend en ik ook, toen we ons aanmeldden voor de Sparkassen‑HikeDeluxe 2025. Maar niet alles verliep volgens plan.

Want om zo’n wandelroute, waarvoor je normaal gesproken tussen de 16 en 19 uur nodig hebt, te voltooien, moet je al redelijk fit zijn.
Bij de Mammutmarsch Leipzig in maart hebben we de 55 kilometer nog best vlot achter de rug gekregen.
Het was dus jammer dat we beiden op zaterdag met een lichte verkoudheid naar het startpunt op het brandweerkamp in Leipzig‑Engelsdorf gingen. Om 8 uur ging het startschot af. Ongeveer duizend mensen hadden zich aangemeld om een van de drie ongeleide tochten (23, 37 of 68 kilometer) door het Leipziger platteland te doen.
Wie wilde, kon zich ook inschrijven voor het zogenaamde speedhiking, zodat de totale looptijd precies werd vastgelegd. De snelste voltooide de 68 kilometer in negen uur en elf minuten – ongelofelijk.
Na een korte motivatietoespraak gingen we de route op. En die was echt prachtig!

Geweldige route, duidelijke markeringen

Eerst richting Kleinpösna, daarna via Naunhof en Großsteinberg ging het op de langste tocht naar Grimma. De terugweg liep onder andere via Seelingstädt, Altenhain en Beucha.
Even na Naunhof werd ons echter duidelijk dat we de route in onze staat niet zouden volbrengen. Gelukkig konden we via de duidelijk aangegeven paden in de wandel‑app “Komoot” snel overschakelen naar de 37‑kilometer‑tour.
Verdwaald raken zou echter ook moeilijk zijn geweest. Het organisatie‑team heeft de routes meestal gemarkeerd met kleine borden of krijt‑pijlen op de grond. Binnen enkele kilometers werden bovendien vaste stopplaatsen ingericht waar men een stempel voor de wandelkaart kon ophalen.
Daar werd ook voor eten gezorgd. Op de lange route werden in Grimma en Beucha (vanaf 18.00 uur) volledige maaltijden uitgedeeld. Op de overige eetpunten kreeg men onder andere taart, droge bagels en bananen. Dat was oké, maar er had zeker meer kunnen zijn.
Na negen uur landden we met iets meer dan 40 kilometer uiteindelijk weer bij het startpunt, waar een aangepaste certificaat en een finisher‑medaille op ons wachtten. Gezien de omstandigheden waren we toch erg blij dat we tenminste de middelste route hadden voltooid.

Voor ons stond echter al snel vast: komend jaar willen we de 68 kilometer zeker nog eens aanpakken. Want zowel bij de organisatie als bij de keuze van de route, die langs tal van meren, steengroeven en velden liep, was er niets om over te klagen.