Door Gregor Tholl

Keulen/Hamburg - De langdurige presentatrice van een praatprogramma Bettina Böttinger (68) vindt de met een vrouw getrouwde AfD -partijleider Alice Weidel (46) een slimme zet van de partij.

"De AfD heeft protagonisten zoals zij nodig, omdat ze zo krachtdadig is en goed ontvangen wordt in het publiek", zei Böttinger tegen "Stern". "En toch leeft Alice Weidel een leugen, omdat ze zich voorhoudt dat ze zonder voorbehoud geaccepteerd wordt door haar partij en de kiezers."

Weidel gaat in tegen "het ideaal van de heteroseksuele huisvrouw uit de jaren 50", meent Böttinger. "Dat is handig: de AfD bedient twee beelden van vrouwen – beide maakt ze overdraagbaar."

Ze vindt het sowieso "verbluffend", zei Böttinger, "dat de vrouwen die in Europa de rechten belichamen, allemaal niet het leven leiden dat hun partijen voor vrouwen voorzien".

"De Italiaanse premier Giorgia Meloni heeft een onwettig kind en heeft haar man eruit gegooid toen hij haar bedroog. De Franse politica Marine Le Pen is twee keer gescheiden en woont nu alleen."

Over de nieuwe bondsregering onder kanselier Friedrich Merz (69, CDU ) zegt Böttinger: "Wat betreft queer politiek, zie ik de regering heel kritisch. Het stoort me hoeveel huidige kabinetsleden in 2017 tegen het huwelijk voor allen hebben gestemd."

Hiertoe behoren landbouwminister Alois Rainer (60), minister van Onderzoek Dorothee Bär (47), minister van Binnenlandse Zaken Alexander Dobrindt (55), minister van Verkeer Patrick Schnieder (57), het hoofd van de kanselarij Thorsten Frei (51).

Böttinger werd in 1996 door Harald Schmidt (67) ongevraagd in zijn programma uit de kast gehaald. "Dat was een uiterst agressieve daad." Haar vader had via de televisie van haar lesbisch zijn gehoord. "Hoe kun je niet bedenken dat openlijke spot privé-consequenties heeft?", zei Böttinger tegen het tijdschrift "Stern".

Böttinger - net als Weidel - vermijdt in haar eigen omschrijving het woord "queer": "Ook Jens Spahn zegt: 'Ik ben niet queer, ik ben homo.' Vertaald betekent dat: Ik heb niets te maken met de politieke beweging voor gelijke rechten, ik houd me verre van de gemeenschap. Beiden willen aangeven: Eigenlijk zijn we normaal en ongevaarlijk als homoseksueel persoon."

Dat is een soort vermeende zelfbescherming, meent Böttinger, "die een beetje oneerlijk is". "Maar dat is hun beslissing." Zij gebruikt "liever de uitdrukking 'lesbisch' dan 'queer'", zei Böttinger.

"'Queer' klinkt modern en offensief. Het houdt echter het gevaar in dat vrouwen weer een minderheid zijn en ondergaan, omdat mannen ook in de queerbeweging erg doelgericht zijn [...]. Daarom zeg ik liever: Ik ben een lesbische vrouw en behoor tot de queergemeenschap."